Vrouwen met verstandelijke beperking vaker bij huisarts voor zwangerschap
12 oktober 2022
Vrouwen met een verstandelijke beperking komen vaker dan gemiddeld bij de huisarts omdat ze zwanger zijn of omdat ze vermoeden zwanger te zijn. Daarbij noteert de huisarts vaker een ongewenste zwangerschap en is de kans op een levende geboorte kleiner. Dit komt door het hogere aantal abortussen maar ook door het hogere aantal miskramen. Dit wijst erop dat vrouwen met een verstandelijke beperking hogere medische risico’s lopen bij een zwangerschap. Tegelijk blijkt dat in nog geen 40% van de gevallen de verstandelijke beperking door de huisarts geregistreerd is waardoor er onvoldoende zicht is op deze groep zwangeren. Wetenschappers pleiten voor meer aandacht onder zorgprofessionals voor de medische risico’s bij zwangerschappen van vrouwen met een verstandelijke beperking.
Medische richtlijnen
In de medische richtlijnen omtrent anticonceptie en zwangerschap wordt momenteel geen specifieke aandacht gevraagd voor medische risico’s bij vrouwen met verstandelijke beperkingen. Ook in de handreiking kinderwens en anticonceptie bij mensen met een verstandelijke beperking van de Nederlandse Vereniging Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) gaat de aandacht vooral naar ondersteuning van mensen met verstandelijke beperkingen rondom gezinsplanning en keuzes ten aanzien van anticonceptie en ethische en juridische aspecten. Tegelijkertijd komen vrouwen met een verstandelijke beperking vaker dan gemiddeld bij hun huisarts voor een recept voor anticonceptie waarbij het vaker gaat om middelen als de morning-afterpil, sterilisatie, prikpil, anticonceptiepleister of implantaat. Ook hebben ze meer vragen over het zwanger zijn.
Meer aandacht voor de medische risico’s lijkt daarom gewenst in deze richtlijnen en handreiking. De verstandelijke beperking zelf kan daarbij niet zonder meer aangewezen worden als de directe oorzaak van risico’s bij zwangerschap. Het tegengaan van stigmatisering van patiënten met verstandelijke beperkingen blijft nodig om te voorkomen dat dit een drempel wordt voor goede zorg.
Samenwerking onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking tussen wetenschappers van Viveon, de Academische Werkplaats van ’s Heeren Loo en Vrije Universiteit Amsterdam, en de Academische Werkplaats Sterker Op Eigen Benen van het Radboud Universitair Medisch Centrum. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van huisartsgegevens die door het NIVEL zijn verzameld bij 500 praktijken verspreid over Nederland over de periode 2015-2018. In deze periode zijn vrouwen van 18 tot 49 jaar gevolgd op basis van consulten, verwijzingen en doorgifte van andere behandelaars. Het is bekend dat slechts bij een derde van de patiënten de huisarts registratie doet van een verstandelijke beperking. Daarom zijn de gegevens verrijkt met statistische gegevens van het CBS, die registreert of gebruik wordt gemaakt van uitkeringen, vormen van zorg of ondersteuning speciaal voor mensen met een verstandelijke beperking. Uiteindelijk zijn 2.397 vrouwen van 18-49 jaar met een verstandelijke beperking (gebaseerd op ofwel de registratie van de huisarts of van het CBS) vergeleken met 228.608 vrouwen zonder een verstandelijke beperking. In de vergelijkingen is rekening gehouden met verschillen in leeftijd tussen deze twee groepen.
Het onderzoek is gepubliceerd als:
Schuengel, C., Cuypers, M., Bakkum, L., & Leusink, G. L. (2022). Reproductive health of women with intellectual disability: Antenatal care, pregnancies and outcomes in the Dutch population. Journal of Intellectual Disability Research, https://doi.org/10.1111/jir.12982.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carlo Schuengel via c.schuengel@vu.nl of 020-5988905.