Literatuuronderzoek binnen het project Ouders in Evenwicht
11 juli 2024
Binnen een onderzoeksproject doen we regelmatig een literatuurstudie. Onderzoekers bestuderen wetenschappelijke literatuur over het onderwerp en kijken we wat eerdere onderzoeken aangetoond hebben. Alle al bestaande onderzoeken worden in een nieuw onderzoek en artikel samengevoegd. Zo verkrijgen we voortschrijdend inzicht.
Voor het project Ouders in Evenwicht deden we literatuuronderzoek om te kijken hoe burn-out bij ouders van een kind met extra zorg wordt omschreven en hoe vaak het voorkomt. Ook onderzochten we welke factoren meespelen en wat de verschillen in burn-out scores zijn bij ouders met een kind met extra zorg. Ouderschap kan veel voldoening geven, maar het is ook een grote uitdaging. Vooral als je ouder bent van een kind met een extra zorgvraag. Het begrip ‘burn-out binnen ouderschap’ wordt gebruikt in de wetenschappelijke literatuur om de invloed van het hebben van een kind met extra zorg op het leven van ouders te beschrijven én begrijpen.
De resultaten van het literatuuronderzoek zijn vervolgens voorgelegd aan ouders van kinderen met extra zorg, professionals en externe onderzoekers om hun kijk op de bevindingen en mogelijke gaten in de literatuur in kaart te brengen.
Resultaten
We zagen in de afgelopen decennia een sterke toename in onderzoeken naar burn-out bij ouders van kinderen met extra zorg. De meeste studies zijn uitgevoerd in Zweden en Turkije, in Nederland is geen eerder onderzoek gedaan. Overigens richten de meeste studies zich op specifieke aandoeningen van kinderen, zoals diabetes of autisme. Er is geen eenduidige definitie voor burn-out. Burn-out wordt in de literatuur op veel verschillende manieren beschreven en gemeten. Vaak richten studies zich op algemene burn-outklachten, niet specifiek op burn-outklachten vanuit de rol van ouders.
De literatuur toont wel aan dat ouders van kinderen met extra zorg hogere gemiddelde burn-out scores hebben in vergelijking met ouders zonder kinderen met extra zorg. Daarnaast laat de literatuur zien dat 20 tot 77 procent van de ouders met een kind met extra zorg een burn-out krijgt, in vergelijking met 20 tot 34 procent van ouders zonder een kind met extra zorg. Daarnaast is er geen duidelijke factor die burn-out veroorzaakt. Burn-out wordt vooral beïnvloed door de betekenis van factoren voor de ouder, en de opeenstapeling en samenspel van meerdere factoren.
Aanbevelingen
Wat zijn de conclusies en wat kunnen we van deze literatuurstudie leren?
- Burn-out komt niet alleen vaker voor bij ouders van kinderen met extra zorg, het lijkt ook anders te zijn dan burn-out bij ouders van kinderen zonder extra zorg. De vaak levenslange zorg(en) in samenspel met ouderschap vraagt extra aandacht voor het welzijn van ouders van kinderen met extra zorg.
- Het vergroten van bewustzijn over burn-out kan een eerste stap zijn om de last die zij voelen te verlichten. Een verhoogd bewustzijn bij de omgeving kan zorgen voor meer aandacht voor ouders, bijvoorbeeld over eisen en verwachtingen bij werkgevers of (zorg)professionals. Bovendien kunnen professionals ook prioriteit geven aan het welzijn van ouders en meer alert zijn op het identificeren van burn-out. Zo kan zorg en ondersteuning op tijd aangeboden worden aan ouders. Ouders zelf zouden ook een hoger bewustzijn kunnen ontwikkelen. Door bewust te zijn van de risicofactoren voor burn-out kunnen ouders sneller signalen van burn-out herkennen en passende hulp zoeken.
- Bewustwording bij ouders kan ouders ook aanmoedigen om over ervaringen te praten, wat mogelijke gevoelens van onbegrip of isolatie kan verminderen.
- Omdat burn-out wordt veroorzaakt door de opeenstapeling en samenspel van meerdere factoren, is een holistische benadering in de beoordeling en zorgverlening aan gezinnen van kinderen met extra zorg noodzakelijk.