Interview met Jolanda Westera: ‘Ik ben wetenschappelijk onderzoeker ja, maar in hart en nieren toch echt een praktijkmens
8 december 2022
Jolanda Westera is in hart en nieren een praktijkmens. Na een avondstudie psychologie ging ze aan het werk als gedragswetenschapper. In haar werk was ze onder andere verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing van behandelgroepen waarin jongeren tussen de 12 en de 23 verblijven met een licht verstandelijke beperking en ernstige bijkomende problematiek. Jolanda omschrijft de doelgroep als uitdagend en complex door de veelheid aan problemen waar deze jongeren in hun leven tegenaan lopen. De jongeren die er voor observatie of behandeling verblijven zijn echt heel erg vastgelopen, vaak ook al eerder in andere behandelvoorzieningen.
Onbehandelde problemen
Ook al ligt Jolanda’s hart bij de praktijk, onderzoek heeft haar ook altijd aangetrokken. Ze begon haar carrière in de praktijk maar is vanuit daar alsnog het onderzoek ingerold. Ze combineert inmiddels beide. In haar werk als gedragskundige ontstond steeds meer bewustwording dat er onder het externaliserende gedrag van jongeren veel internaliserende problematiek schuilging. Ze ontdekte dat achter het ruzie zoeken, moeite met autoriteit of grenzen overschrijden, eigenlijk veel angsten en somberheid zat. Terwijl jongeren vaak worden aangemeld bij hulpverlening vanwege externaliserend gedrag, wordt dit internaliserende gedrag minder goed opgemerkt. En daarmee ook onvoldoende behandeld. Bovendien merken niet alleen behandelaren de angsten en stemmingsproblemen niet goed op, ook zijn ouders en jongeren zelf zich er lang niet altijd van bewust.
Onderzoek als bijdrage aan de oplossing
Toen er in een lopend onderzoek een plek als onderzoeker vrij kwam wilde Jolanda die plek graag opvullen. Het onderzoek ging over het effect van een interventie bij sociale angst bij jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tijdens dat onderzoek werd een grote groep jongeren met een LVB gescreend om te kijken welke jongeren in aanmerking kwamen voor de interventie. Door die screening was al heel veel data verzameld over angst, depressie en gedragsproblemen bij jongeren met een LVB.
Onder externaliserend gedrag zit vaak internaliserende problemen, die aandacht nodig hebben
Jolanda vond het zonde om die data verder zomaar onderin een kast te laten belanden. Daarom hergebruikt ze die data, aangevuld met data van dezelfde, en nieuwe deelnemers een jaar later. Met de nieuwe dataset onderzoekt ze onder andere hoe vaak internaliserende problematiek nou eigenlijk voorkomt. Spoiler: veel vaker dan we dachten, zeker bij jongeren in een behandelinstelling. En ze keek of er iets verandert aan deze problematiek na een jaar. Ook kijkt ze naar de invloed van kortdurende interventies. Daarnaast heeft ze de relatie tussen internaliserende problematiek en de mate van frustratie van psychologische basisbehoeftes aan autonomie, verbondenheid en competentie onderzocht.
Dit levert handvatten op voor de praktijk, om in de dagelijkse begeleiding het welbevinden van LVB-jongeren te vergroten. Met de resultaten wil Jolanda laten zien hoe groot het probleem is. Maar ook om behandelaars en begeleiders nog bewuster te maken dat er onder externaliserend gedrag ook internaliserende problemen kunnen zijn die aandacht nodig hebben. Zodat uiteindelijk de jongeren beter geholpen kunnen worden en een beter leven hebben.
Een beter leven
Jolanda: ‘Voor mij gaan praktijk en wetenschappelijk onderzoek hand in hand. Ik vind het mooi om in mijn werk beide te kunnen combineren. Die wisselwerking tussen praktijk en wetenschap, waarbij over en weer van elkaar geleerd wordt én die elkaar inspireren, vind ik bij Viveon. Daar krijg ik energie van! Mijn drive voor dit onderzoek is een logisch gevolg van mijn passie om bij te dragen aan een beter leven en een betere behandeling voor deze jongeren. Zij moeten al zoveel obstakels overwinnen in hun leven. Daar met mijn onderzoek een steentje aan bij te dragen, is mijn doel.’