Boostersessie psychomotorisch therapeuten Veilig en Sterk na seksueel trauma
21 november 2024
Marieke Leeflang vertelt: “In samenwerking met ervaringsdeskundigen en een van de auteurs van de PMT-module Veilig en Sterk verzorgde we maandag 18 november een mooie boostersessie voor alle deelnemende psychomotorisch therapeuten. In het onderzoek Veilig en Sterk na seksueel trauma, psychomotorische therapie voor mensen met een LVB die seksueel misbruik hebben meegemaakt, vervullen de ervaringsdeskundigen en de therapeuten een belangrijke rol als adviseur en inhoudsdeskundige.
Het was een mooie en waardevolle ontmoeting tussen deze twee groepen mensen. Aan het begin van de middag stelden de ervaringsdeskundigen een aantal vragen aan de therapeuten over het werken met de PMT-module Veilig en Sterk. In het tweede deel van de middag zijn we onder begeleiding van een van Mieke Burger praktisch aan de slag gegaan met werkvormen uit de derde fase van de module. Samen oefenen, uitdenken en opnieuw proberen van de lichaams- en ervaringsgerichte werkvormen is heel belangrijk om samen nog meer expertise op te bouwen. Zo bouwen we samen verder aan meer kennis over lichaamsgericht werken met mensen met een LVB die willen herstellen van seksueel misbruik.”
Samen onderzoek doen
Na afloop vertelden de ervaringsdeskundingen: “Vandaag waren we aanwezig bij een bijeenkomst voor een onderzoeksproject met psychomotorisch therapeuten die werken met de PMT-module Veilig en Sterk. In het onderzoek Veilig en Sterk na seksueel trauma willen we weten wat het effect is van psychomotorische therapie voor mensen met een LVB die seksueel misbruik hebben meegemaakt. Als adviseurs van het onderzoeksproject hebben we een interview gehouden met de therapeuten. Van te voren hebben we samen met de onderzoeker vragen bedacht. De vragen gingen over het werken met de PMT-module Veilig en Sterk. Het was best spannend om te doen, maar ook erg leuk om nu ook de therapeuten te ontmoeten die meedoen aan het onderzoek. Door samen onderzoek te doen sluit de praktijk en de wetenschap beter op elkaar aan.”